ROEFKE
Carmiggelt

ROEFKE Carmiggelt

HERDENKEN

“Mijn vader is op zijn 61ste gestorven, letterlijk doodgevallen. Ik zeg altijd: het zal me niet verbazen als hij is gestorven van liefdesverdriet. Bijna zijn hele familie is vermoord tijdens de oorlog. Mijn moeder heeft daarna nooit meer een andere relatie gehad.Verdriet over hun dood heb ik niet voortdurend; wél voelt het als ‘ik moet je bewaken’. Dat gaat vanzelf: in onze huizen én in die van onze kinderen staan dingen van meerdere generaties. En we hebben bijvoorbeeld de honderdste geboortedag van onze ouders gevierd met vlaggetjes met hun gezicht erop en lekkernijen die bij hen horen: bij mijn vader gemberbolussen en Joodse matzes en galletjes, al was hij helemaal niet orthodox.”

HERDENKEN

“Mijn vader is op zijn 61ste gestorven, letterlijk doodgevallen. Ik zeg altijd: het zal me niet verbazen als hij is gestorven van liefdesverdriet. Bijna zijn hele familie is vermoord tijdens de oorlog. Mijn moeder heeft daarna nooit meer een andere relatie gehad. Verdriet over hun dood heb ik niet voortdurend; wél voelt het als ‘ik moet je bewaken’. Dat gaat vanzelf: in onze huizen én in die van onze kinderen staan dingen van meerdere generaties. En we hebben bijvoorbeeld de honderdste geboortedag van onze ouders gevierd met vlaggetjes met hun gezicht erop en lekkernijen die bij hen horen: bij mijn vader gemberbolussen en Joodse matzes en galletjes, al was hij helemaal niet orthodox.”